Veel wetenschappelijke camera's gebruiken sensorkoeling om de invloed van temperatuurafhankelijke thermische 'donkerstroomruis'[link] en hete pixels te verminderen. Sommige camera's bieden meerdere koelmethoden om overtollige warmte af te voeren, terwijl voor sommige camera's en beeldtoepassingen geen koeling nodig is.
De camerasensor zelf wordt vaak gekoeld tot temperaturen onder het vriespunt door een Peltier-apparaat, dat de warmte naar het warmteafvoersysteem van de camera transporteert. 'Luchtkoeling' of 'geforceerde luchtkoeling' is de meest voorkomende warmteafvoermethode, waarbij een ventilator de luchtstroom gebruikt om deze overtollige warmte af te voeren met de omgevingslucht. Sommige camera's bieden ook de mogelijkheid om een vloeistofcirculatiesysteem te gebruiken om de warmte af te voeren naar een reservoir of gekoeld bad. Dit kan in sommige situaties voordelen bieden, maar is wel praktisch en kostenbesparend.

Heb ik vloeistofkoeling nodig?
Voor gekoelde camera's is luchtkoeling doorgaans de meest geschikte optie, mits er voldoende luchtstroom rond de camera mogelijk is en de omgevingstemperatuur in de ruimte niet te hoog is. Dit vereist geen extra onderdelen of installatie en er is geen risico op morsen of lekken. Er zijn echter twee belangrijke situaties waarin vloeistofkoeling essentieel kan zijn.
Ten eerste kan vloeistofkoeling bij sommige camera's een lagere sensortemperatuur ondersteunen, wat vervolgens zorgt voor minder donkerstroomruis. Als lange belichtingstijden van tientallen seconden tot minuten nodig zijn bij deze camera's, kan de verminderde ruis een aanzienlijke verbetering van de signaal-ruisverhouding en de beeldkwaliteit opleveren.
Ten tweede, hoewel er tijdens de productie alles aan wordt gedaan om trillingen van de interne ventilator van een camera tot een minimum te beperken, kan dit bij zeer gevoelige apparatuur soms problematisch zijn. In dit geval maakt vloeistofkoeling een trillingsvrije camera-installatie mogelijk, waarbij het vloeistofcirculatiesysteem vervolgens van de gevoelige apparatuur kan worden gescheiden.